Column: een leven vol muziek

”De keuze om naast mijn bachelor dwarsfluit aan het Conservatorium van Amsterdam ook nog Muziekwetenschap te gaan studeren was niet een waar ik heel zeker van was.”

‘Wauw dat zou ik nooit kunnen’, ‘Jezus hoe doe je dat?’ of ‘dan ben je vast superslim’ zijn de meeste reacties die ik krijg als ik vertel dat ik twee studies doe. De keuze om naast mijn bachelor dwarsfluit aan het Conservatorium van Amsterdam ook nog Muziekwetenschap te gaan studeren was niet een waar ik heel zeker van was. Ik wist al heel lang dat ik graag aan het conservatorium wilde studeren. Toen ik werd aangenomen in de jong talentklas van Amsterdam zag ik ook geen weg meer terug. Ik had mijn middelbare school overtuigd dat het voor mij geen zin had om naar de verplichte open dagen van universiteiten en dat soort dingen te gaan. Ik wist immers toch al dat ik naar het conservatorium wilde.

In de 6e klas begon ik te twijfelen. De toekomst voor musici ziet er niet erg rooskleurig uit. Er zijn grofweg drie opties als muzikant: lesgeven, ZZP’er worden of een orkestbaan nemen. Lesgeven is niet helemaal voor mij weggelegd, want ik vind het veel te frustrerend dat al die kinderen niet oefenen. Als ZZP’er moet je heel hard aan de bak om jezelf op de kaart te zetten. Het gaat dan niet alleen om hoe goed je bent, maar ook hoe mooi je website is en hoe goed je verkooppraatjes zijn. Een orkestbaan lijkt me geweldig, alleen komen die maar zelden vrij en dan is het nog afwachten of je het wint van alle tientallen supergoede deelnemers. Ik realiseerde me dit maar al te goed en heb zelfs nog een tijd overwogen om heel iets anders te gaan studeren, maar ik vond niks leuker dan het conservatorium. Een paar weken voor de aanmeldingsdeadline kwam ik erachter dat er een ‘schakelprogramma’ bestaat. Tijdens de bachelor aan het conservatorium volg je dan een paar vakken van Muziekwetenschap aan de UvA, zodat na het behalen van het bachelordiploma ingestroomd kan worden in de master Muziekwetenschap. Dat leek me nou ideaal! Een paar gesprekken later bleek echter dat het schakelprogramma niet meer bestond, maar dat ik me wel gewoon kon inschrijven voor de bachelor in deeltijd. Dit was alleen al na alle open dagen en meeloopdagen. Uiteindelijk heb ik me, zonder me verder verdiept te hebben in wat Muziekwetenschap eigenlijk inhoudt, aangemeld voor Muziekwetenschap in deeltijd. Doordat ik al collegegeld aan het conservatorium betaalde, hoefde ik dat niet aan de UvA te betalen en kon ik op elk moment stoppen met de studie als het te druk werd.

Het bleek heel erg goed te bevallen. Juist de afwisseling van theorie aan de UvA en praktijk aan het CvA vond ik fijn. Daarnaast zijn jullie Muziekwetenschappers allemaal ietsje losser en meer ‘yay de studententijd is de beste tijd van m’n leven’-achtig. De gesprekken gingen gewoon over normale onderwerpen en niet zo van ‘ik heb al 4 uur gestudeerd vandaag, en jij?’ Qua werkdruk is het niet altijd even makkelijk. Ik kan de focus meestal maar op één studie leggen. Behalve tijdens tentamenweken staat het conservatorium bij mij op één. De week voor de tentamenweek draait dit om, word ik een kluizenaar en probeer ik al mijn tentamens te halen.

Natuurlijk kon ik ook het een en ander compenseren. Van vakken als muziekgeschiedenis werd ik op het conservatorium vrijgesteld. Dat scheelt 3 uur per week in het hele jaar en het is sowieso van lager niveau dan op de UvA. Doordat het conservatorium hbo is, kon ik echter niks op de UvA compenseren. Zelfs harmonieleer en solfège niet, wat op het conservatorium dan weer van hoger niveau is. Doordat ik deeltijd studeer heb ik twee jaar gedaan over mijn propedeuse. Dat ging allemaal volgens schema, ook omdat de vakken niet zo heel erg zwaar waren.

Het afgelopen jaar was een stuk zwaarder. Ik wilde het liefst alle verplichte vakken van het tweede jaar halen, zodat ik het jaar hierna alleen maar keuzevakken kon doen. Dan zou ik in totaal 4,5 jaar over de studie doen, wat ook de prognose is voor deeltijd. Ik deed echter nog een extra vak erbij van 12 punten, zodat ik een vak op het conservatorium kon compenseren. Dit kwam erop neer dat ik twee studies voltijd zou moeten studeren. Ik heb dit aan het begin van beide semesters geprobeerd, maar dat ging gewoon echt niet. Ik moest te veel tijd in de UvA steken om alle opdrachten en leerstof bij te houden, met als gevolg dat ik niet genoeg meer fluit kon studeren. Daarnaast was er al helemaal geen vrije tijd meer over, dus heb ik maar wat vakken laten vallen.

”Qua roosters is het altijd feest aan het begin van elk schooljaar.”

Qua roosters is het altijd feest aan het begin van elk schooljaar. Het conservatorium begint altijd een week later dan de UvA en komt altijd een week voor de start van het jaar met het rooster. Het is dus altijd afwachten of er roosterclashes zijn (die zijn er altijd) en dan heb ik een week tijd om alles te regelen. Misschien kan ik op het conservatorium naar een andere groep, kan ik een vrijstelling krijgen van een vak of kan de 80% aanwezigheidsregel iets versoepeld worden. Gelukkig is er altijd een oplossing en worden de mensen van de administratie van beide instituten al gek van me. Vorig jaar had ik wel iets heel bijzonders: ik had 3 vakken tegelijkertijd op vrijdagmiddag. Het conservatorium is administratief nog veel slechter dan de UvA en had voor mij twee vakken tegelijkertijd gepland, geen van welke verschoven kon worden. Ik had techniekles en harmonieleer op het conservatorium, en nog harmonieleer (of solfège, weet ik niet meer) van Vincent (of Victor) aan de UvA. Hier heb ik misschien een heeeeel klein beetje misbruik van gemaakt… Ik heb alle leraren braaf ingelicht dat ik 3 vakken op hetzelfde moment had en dat ik er dus maar heel af en toe zou zijn. De leraren waren gelukkig heel begrijpend en hadden het dan ook niet door als ik op mijn drukke vrijdagmiddag heerlijk vroeg van mijn weekend genoot.

Komend jaar ga ik het even rustig aan doen met Muziekwetenschap. Ik ga mijn eindexamen jaar in op het conservatorium, wat betekent dat ik aan het eind van het jaar een recital moet geven van een uur (bij dezen zijn jullie allemaal uitgenodigd, ik weet alleen nog niet wanneer het is). Hoe lang ik uiteindelijk over de studie ga doen weet ik niet. Ik zie het vanzelf wel.

Mijn geheim? Ik heb alleen discipline als ik het heel druk heb. Als ik bijna geen contacturen heb, vertoon ik typisch studentikoos uitstelgedrag. Voor een fluitstudie is dat niet heel handig, aangezien er verwacht wordt dat je elke week beter presteert. De UvA helpt me dus op die manier om discipline te houden. Ik ben echt niet superslim, het is ook niet reuzeknap, het is gewoon hoe ik het meest efficiënt werk. Daarnaast vind ik het fijn dat ik ook intellectueel word uitgedaagd, want dat ontbreekt op het conservatorium. De UvA houdt me scherp. Vaak krijg ik dan de vraag: hoe ga je dat dan doen als je bent afgestudeerd? Eerlijk gezegd heb ik geen idee. Ik leef in het moment en ook dat zie ik vanzelf wel!


Geschreven voor de KLNK, het online magazine van Ragtime (de studievereniging van Muziekwetenschap, UvA)

Aanbevolen artikelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *